dinsdag 23 februari 2010

Doodle


Hier, beste bloglezers, voorzie ik een probleem.
Want. Doodlen is wat je pen doet terwijl je aan het telefoneren bent.
Iets spontaans.
En dit, mensen, is verre van spontaan.
Telt het dan eigenlijk wel?
Of is die inner critic weer bezig?
Maar wat zegt-ie dan precies?
En waarom dan?
En wat zegt deze opdracht eigenlijk over mij?
Misschien weten we het als de pagina's bedoodled zijn.
En misschien ook niet.
Want je verwachtingen loslaten - da's dan weer heel erg Keri.


Scheuren



Mocht de pagina er niet uit dan?
Ahum. Heb ik me niet één moment afgevraagd.
Huppetee, die pagina eruit en scheuren maar.
Het gaat steeds makkelijker, vind ik.
Omdat Boek toch al zijn maagdelijke staat kwijt is?
De afgelikte boterham uit de boekenkast, zeg maar?
Of ligt het aan mij?
Word ik gewoon een geroutineerdere sloper?

zondag 21 februari 2010

Spijbelen

Oeh ja... ik moet nog iets bekennen. Ik heb een weekje met Boek gespijbeld. Boek moet nog van een hoog gebouw worden gesmeten. Komt later. (Boek was er nog niet helemaal klaar voor...)

Nog één keertje dan...


'Jullie slopen een wát?!'
'Een boek', zeg ik voor de zoveelste keer op m'n aller aller geduldigst. Bijna de hele opkomst van het feestje waar ik me bevind, verdraait z'n nek om mij uiterst ongeloofwaardig aan te kunnen kijken. Ik ben er inmiddels lekker bedreven in. Iedere keer als iemand lucht van Boek krijgt, heb ik ineens een heleboel uit te leggen.

'Oké', constateert het meisje nuchter, 'je sloopt een boek... Prima.' Dan schiet haar stem een octaaf omhoog: 'Maar waaróm in hemelsnaam?!'
Ik zucht. Nog één keertje dan: 'Nou gewoon, omdat dat in het boek staat. Boek zegt: sloop mij, gooi mij van een hoog gebouw af, douche met mij, scheur mij in stukjes.'

Geen reactie. Het aantal verwilderde blikken in de kamer groeit. Ik begrijp het al: ze begrijpen het niet.

'Het is een experiment', leg ik uit. 'Van Keri Smith. Zij heeft een boek gemaakt met daarin allemaal opdrachten. En die opdrachten, die voeren wij uit. En als we dat hebben gedaan, schrijven we er een stukje over.'

'Oh', wordt er hier en daar verbaasd gemompeld. De feestgangers kijken elkaar wat onthutst aan. Je hoort ze denken (in koor): Is zij nu gek of zijn wij het?
'Maar waarom zou je dat doen?', durft iemand te vragen. De rest van de toehoorders schuift een stukje naar voren, gespannen wachtend op het antwoord. Dit moet wel iets héél bijzonders zijn.

'Gewoon', antwoord ik. Ik ken het ik-leg-je-nu-uit-waarom-ik-boek-sloop-verhaaltje al bijna helemaal uit mijn hoofd. 'We slopen Boek om te kijken wat het met ons doet. Ik bedoel... normaal gesproken doe je zoiets niet met een boek. Je koopt een boek, leest het terwijl je probeert het zo netjes mogelijk te houden en daarna zet je het in de kast. Met dit boek is het heel anders. Je moet er allerlei gekke dingen mee uithalen. Over je grenzen gaan en je inner critic geen kans geven. Dat doet iets met je. En het levert soms heel leuke inzichten op. Dat je een schijtluis bent, bijvoorbeeld.' Ik babbel rustig verder: 'En je leert grenzen te bewaken. Zoals deze week toen ik met een té harde ruk de opdracht "Rip it up! deed. Gelijk de hele pagina d'r uit. Nou, dan weet je: dat ging wat te ver. Terwijl die keer toen ik met Boek moest douchen ik precies wist wanneer het genoeg was geweest.'

De toehoorders knikken om te laten zien dat ze het helemaal begrepen hebben. Het is overduidelijk dat ze er geen bal van snappen. Ik schenk nog maar eens een drankje in.

'En je schrijft over dat eh... slopen?', vraagt iemand om de stilte te doorbreken.
'Ja', antwoord ik enthousiast. 'Op een weblog!'

De reacties:
'Aha.'
'Leuk.'
'Ja, leuk.'
'Goh.'
'Tsjong.'
'Grappig hoor.'
'Ja, grappig.'
'Jeetje.'

Ik sla als een bezetene mijn drankje achterover. Tijd om te gaan. Ik heb voor vandaag wel weer genoeg verwarring gezaaid. Laat ze hier maar even lekker over na-filosoferen.


Inzicht nummer zoveel: Pas als je iets zelf doet, weet je hoe het is.
(Ik weet het: Johan Cruyff is er niets bij.)

Rrrrrrip it up!


We lopen een beetje achter.
Maar eh, dit is dus de volgende opdracht.
Kan lekker snel, gelukkig.
Toch?

dinsdag 16 februari 2010

Hoogmoed komt voor de val





En zo kwam het, dat ik op Valentijnsdag Boek uit het raam van mijn oude slaapkamer flikkerde.
De hele week wist ik al: moet ergens op klimmen en Boek laten vallen.
Maar waarvan?
Eerste keus: de Martinitoren.
We wonen tenslotte in Groningen.
Maar ik bedacht me:
die is niet zo heel lang geleden beveiligd tegen springers.
En vast ook tegen gooiers.
En de mensen op het terras eronder - die hebben vast geen helm op.
Ik zag me al zitten.
'Nee, edelachtbare, ik kon er écht niets aan doen.
Stemmen droegen me op het te doen.
De stem van Keri maakte ruzie met de stem van mijn inner critic.
En Keri won.

Ze zien me aankomen.
'Onvoorwaardelijk, edelachtbare',
zou de officier van justitie zeggen.
'Deze vrouw mag nooit meer vrij.'

Nee, slecht idee, die Martinitoren.

Maar dan?
De flat waar ik vroeger woonde?
Die is lekker twaalfhoog.
Maar dat betekent wel:
bij iemand aanbellen die de deur open moet maken.
En wat moet je dan zeggen?
Ik wil even het dak op, om een boek naar beneden te gooien.
Als ik daar nou nog veel mensen had gekend, had ik het gedaan.
Maar er wonen ook wel mensen die ik liever niet zie.
Omdat ze me nog van gezicht kennen.
En omdat ik me dan verplicht voel een praatje te maken.
En daar had ik geen zin in.
No offence, dat kun je hebben toch?

Anyway.
De bejaardenflat om de hoek viel ook af.
En vrijdag, toen had ik een afspraak.
Bleek in een hoog gebouw te zijn!
En ja hoor: je raadt het al.
Boek niet bij me.

Er zat nog maar één ding op.
Mijn ouderlijk huis.
Het is niet superhoog, maar moet dat?
De opdrachten zijn open voor interpretatie, zegt Keri.
Ik besloot dat het goed genoeg was.
En besluiten dat het goed genoeg is,
is dat niet juist heel erg Keri Smith?




maandag 8 februari 2010

Brief


Brief die ik begin deze week schreef aan mijn collega's van Groot Haar + Orth:

Liefste collega's van GH+O,

Weten jullie nog, van mijn project met Boek waarover ik zo stoer vertelde? Dat ik zei dat Karin en ik iedere week 'gewoon even een opdrachtje' moesten doen? Dat dat lachen was. Heel erg lachen. Humor zelfs? En dat jullie op ons blog iedere week een vet cool verhaal konden lezen? Ja, weten jullie het nog?

Dat is jammer... Ik had gehoopt dat jullie dit heldenepos inmiddels waren vergeten.

Want, allerliefste collega's, deze week wordt het helemaal geen stoer verhaal, niks geen 'opdrachtje' dat we even doen. Niks lachen. Niks humor. Deze week, fijne mensen, zegt Boek dat ik Boek in een public place moet hangen en dat ik mensen moet inviten om in Boek te tekenen. En dat, harde werkers, is een vreselijke opdracht! Ik schijt in mijn broek bij de gedachte dat ik met Boek naar de openbare bibliotheek moet om vreemde mensen te vragen om iets in Boek te tekenen. (Ophangen is natuurlijk geen optie; ook onder het bibliotheekpubliek leven kleptomanen). Ze zien me aankomen!

Ik doe het wél, ik doe het niet! Zo gaat het al drie dagen in mijn hoofd. Ik doe het wél, ik doe het niet! Het blijft maar rondspoken: Boek in public place. Invite people to draw. Hoe moeilijk kan dat zijn? Hoe belachelijk ook. Dat laatste geeft de doorslag. Ik doe het niet.

IK! Doe! Het! Niet!

Ik zie jullie nu kijken, lieve collega's. Met opgetrokken wenkbrauwen van ongeloof. Ogen als schotelantennes. Verbazing alom. Kreten van verbijstering. Handen die hard op het blad van het bureau slaan... Jullie snappen het niet. Even is het stil. Dan zeggen jullie het onvermijdelijke: 'Jij! De Ellen-met-de-grote-bek, die iets niet durft?!'

Ik laat mijn hoofd zakken. Verslagen knik ik mijn hoofd. Ja mensen, ik beken. Ik beken dat ik de allergrootste schijtluis ben die deze aarde rijk is.

Zo zou het verlopen, als ik het jullie rechtstreeks in het gezicht durfde te zeggen. Maar zelfs dat durf ik niet. En daarom schrijf ik jullie deze brief. Ik ben niet voor niets tekstschrijver geworden.

Schrijven lucht soms op. Nu is het er uit. Nu weten jullie het. Ik hoef het niet langer te verbergen.IK BEN EEN SCHIJTLUIS!

Maar ho wacht! Ik heb het wel geprobeerd hoor! Begin deze week zat ik in de trein en toen had ik het bijna gedaan. Ik had Boek al op schoot. Ik keek al richting de overbuurjongen. Ik oefende mijn vraag van voor naar achter en weer terug. In mijn hoofd legde ik overbuurjongen de hele situatie uit. En toen lachte hij mij uit. Ook in mijn hoofd. Mijn hoofd was niet zo best deze week.

En dus deed ik het niet.

En daarom, omdat mijn hoofd niet zo jofel was en omdat ik een schijtluis ben, vraag ik jullie, allerliefste collega's, willen jullie alsjeblieft een tekening in Boek maken?

Liefs E.

vrijdag 5 februari 2010

Public place

Oh! De twijfels!
Keri zegt: hang Boek op openbare plek.
Keri zegt ook: opdrachten zijn open voor interpretatie.

Karin denkt: ophangen is eng!
Want: mensen snappen vast niet wat de bedoeling is.
Je moet er dus bij blijven zitten om het uit te leggen.
Stel, ook, trouwens, dat iemand het meeneemt!
Maar als je er bij zit, zie je wat ze tekenen.
Dan laat je de controle dus niet los.
En is dat niet juist het idee van deze opdracht?

Alternatief. Laat het boek rondgaan.
Klinkt een stuk behapbaarder.
Deze week heb ik een Open Coffee.
Een soort borrel, maar dan met koffie.
Is ook een openbare plek. Dus het telt.
Ik doe het gewoon.

Vol moed stap ik de ruimte binnen.
Allemaal koffiedrinkende mensen.
De moed zakt me in de schoenen.
Ze vinden me vast heel stom!
En kinderachtig!
Heb je dat rare kind weer.
Zij weer hoor.

Nee, nee, nee, inner critic.
Vandaag gaan we eens even niet naar jou luisteren.
Ik negeer je en stap - vooruit, dat mag toch? - op een bekende af.

Ik leg mijn verhaal uit en vraag:
'Wil je in mijn boekje tekenen?'
Ik voel me een kleuter.
'Juf, wil je in mijn poesie schrijven?'

Anyway.
Slachtoffer begint nu heel moeilijk te kijken.
Hij kan helemaal niet tekenen!
En hij is helemaal niet creatief!
En hij heeft helemaal geen inspiratie!
En wat moet hij dan tekenen?

Ik zie mijn kans schoon.
Ik leg het hem uit.
Het evangelie volgens Keri Smith.
Dat dat dus niks uitmaakt.
Dat dat nou juist het idee is.
Dat hij volgens mij ook nog wel een appeltje te schillen heeft met zijn inner critic.
Ik hoor mezelf praten en denk:
'Nou, nou, nou, moet dat nou zo belerend?'
Ah, daar was mijn eigen inner critic ook weer.
Nooit ver weg, the nasty bugger.

Slachtoffer durft het niet aan en geeft Boek terug.
Volgende slachtoffer pakt gretig de stift aan.
Hij wil Boek wel even doorgeven, zegt hij.

Ik loop weg bij Boek, want vind dat ik er niet bij mag blijven.
Ik zoek iemand anders op om mee te kletsen.
Maar ik ben er niet bij.
Continu schieten mijn ogen de zaal door.
Waar is Boek?
Gaat het wel goed met Boek?
Ligt Boek ergens?
En - the horror - krijg ik Boek nog wel terug?

Het gaat prima met Boek.
Ik zie een meneer gretig tekenen.
Dop in zijn mond, opperste concentratie.
Ik krijg Boek terug.
Pagina kan nog veel voller.

Ik voel me dapper.
Geef Boek gewoon weer uit handen.
En nog eens.
En weer.
Het wordt steeds makkelijker.

Het zijn niet de minsten, die Boek onder handen nemen.
Ik grinnik en ben eigenlijk best trots.

Als de zaal bijna leeg is, geef ik Boek nog eens aan het allereerste slachtoffer.
Zou hij misschien toch nog?
Ik zou het zo leuk vinden als?
Ah toe?

Hij zwicht.
Mag hij ook wat schrijven?
Tuuuuuurlijk mag dat.

Tevreden grijnzend wandel ik even later weer naar huis.

woensdag 3 februari 2010

In progress...


Met zeer veel dank aan manisch creatieve Monique die deze foto maakte!

dinsdag 2 februari 2010

Slopers go public



Ja, en toen.

De nagellak en de oranje inkt zijn nog niet droog, of de volgende opdracht wacht alweer op ons.
Dat terwijl de vorige opdracht lekker ligt weg te rotten in de tuin, onder een dikke laag sneeuw.
Nou ja - die van mij dan, want die van Ellen heb ik nooit meer teruggezien.
Ik weet niet zo zeker of ik dat wel heel erg vind.

Maar goed: deze dus.
Je mag de opdrachten vrij interpreteren, zegt Keri in haar voorwoord.
Ik denk daarom dat ik 'm niet ophang, maar meeneem en dan laat rondgaan.

Het zal mij benieuwen.

maandag 1 februari 2010

Lief


Boek heeft een kleine echtelijke ruzie veroorzaakt.
Wie had dat ooit gedacht van zo'n tamelijk 'onschuldig' project.
Oké, tot een echtscheiding kwam het niet, maar Man was gisteren allesbehalve gelukkig met Vrouw.

Hoe het kwam?
Gewoon door die opdracht: Drip something here.
Hahaha! En nu denk je vast...
Maar nee, Manlief kwam aan die 'drip' niet te pas.
Sterker nog: hij wilde er niets mee te maken hebben.
Die drip werd onmiddellijk vervloekt!
Het was de nagellak. Mijn splinternieuwe, bij de Hema gescoorde nagellak, waarvan ik het halve potje gisteren met liefde over Boek stortte.

Nagellak stinkt. Tenminste, dat vindt hij.
Zelf kan ik er uren aan snuiven. Net als aan benzine. Of lijm!
Het is een groot geluk dat ik niet in een Braziliaans getto ben opgegroeid; de titel 'beste lijmsnuiver van de buurt' was voor mij geweest!

Maar goed.
Ik gooi dus nagellak over Boek en snuif een paar keer lekker.
En dan, bijna sneller dan het licht, komt bij Slaapmaatje de vloekmachine op gang.
Of ik niet als de bliksem kan kappen met die nagellakkerij.
Dat die lucht toch echt niet normaal is.
En hoe vaak 'ie dat nu al niet heeft gezegd.
Of het me dan geen reet kan schelen dat hij misselijk wordt van die meur.
En dat hij er hoofdpijn van krijgt.
Heel erge, kuttige rothoofdpijn.
En dat het heel, héél irritant is dat ik hem finaal loop uit te lachen.

'Ik heb mijn nagels niet gelakt', probeer ik nog.
Maar Donderwolk wil er niets van weten. (Vertel ik eens de waarheid...)
Ramen worden open gegooid, de afzuigkap aangezet. De tuindeuren krijgen een zwieper.
En dat allemaal bij 6 graden onder nul.

Zachtjes sluip ik met Boek de gang in. Boek moet veilig drogen. Als Moppersmurf Boek in handen krijgt, is 'ie verloren. Geheid. Maar waar moet Boek naartoe?
Buiten?
Kan niet: er ligt sneeuw. Boek heeft bovendien twee weken geleden z'n natte pak al gehad.
Op de trap?
Geen denken aan: zeker weten dat de katten in de natte nagellak gaan staan. En roze pootjes door het hele huis vindt Prins vast nóg minder cool.
Op de slaapkamer?
No way: binnen een uur trekt grote Beer zich terug voor zijn winterslaap. Een nagellaklucht op zijn kussen betekent vast en zeker mijn doodvonnis.
De wc dan?
Ja! De wc! Daar stinkt het vaak genoeg!
Heeft 'ie vast niet in de gaten!
En hup... daar gaat boek. Op het plankje in de wc. Veilig.

En het bleef nog lang onrustig in huize Keur...

Dat was gisteren.
Nu is het vandaag.
Nagellak is droog.
De 'stank' is weg.

Moppie is weer lief.